Kanelbullar

Om je vingers bij af te likken. Het is zelfs lastig om ze te laten afkoelen voordat je ze gaat eten. Zo lekker ruiken ze. De Zweedse 'Kanelbullar', oftewel een koeken met kaneel. Zet het theewater maar vast op en de oven op voorverwarmen want we gaan ze lekker bruin bakken!

Kanelbullar: Ca. 20 stuks

Ingrediënten:
ca. 50 gr. verse gist of 12 gr. droge gist (= 4 theelepels, maatschepje nemen).
50 gr. boter
3 dl melk
0,5 dl suiker
8 dl  bloem
een snufje zout

Vulling:
50 gr. boter of margarine
1 eetlepel kaneelpoeder
½ dl suiker

Versiering:
1 ei
parelsuiker

Recept:

Verkruimel de gist in een kommetje. Smelt de boter in de magnetron op vol vermogen (max. 800 W) ca. 30 sec. Voeg daarna de melk toe en warm alles tot vingertemperatuur, ca. 37°C. Giet wat van de vloeistof over de verkruimelde gist en meng tot een gladde massa. Droge gist hoef je niet op te lossen en kun je al door het nog droge gezeefde meel roeren. Voeg de rest van de vloeistof erbij, suiker, zout en bijna alle bloem. Bewaar een klein beetje van de bloem voor het bakken. Verwerk het deeg grondig met de hand of in een keukenmachine tot het van zichzelf los komt van de kant. Dek het deeg af met een theedoek en laat het ongeveer 30 minuten rijzen. Vermeng de boter, suiker en kaneel tot een gladde massa voor de vulling. Neem het deeg uit de kom en kneed er de resterende bloem door. Rol het deeg uit tot één lap van ca. 30x40 cm. Smeer de vulling er op en rol op in de lengte. Snijd ongeveer 2 cm brede stukken van de rol. Leg de stukken op een ingesmeerde bakplaat, of op een plaat met bakpapier of in vormpjes. Laat de ’bullar’ nogmaals onder een doek ongeveer 20 min. rijzen. Smeer er nadien wat losgeklopt ei over met een kwastje en strooi er wat parelsuiker over. Bak de ‘bullar’ midden in de oven op 250°C, ca. 8 - 10 min (afhankelijk van het soort oven). Laat ze afkoelen onder een theedoek. Je bewaart de ‘bullar’ het best in een gesloten doos of plastic zakje.

Smakelijk!